Mailinglist

Meld je aan en blijf op de hoogte van het laatste nieuws, nieuwe gigs en verse muziek van Oliver Alexander:

Presskit

Twitter

Nieuws

Blog 3: Hoe schrijf je een liedje?

Middenin een economische crisis je baan als marketing manager vaarwel zeggen, om je volledig te kunnen richten op een carrière als singer-songwriter. Dat is precies wat Oliver Alexander eind vorig jaar besloot. In deze blogreeks geeft hij tweewekelijks speciaal voor 3voor12 een kijkje achter de schermen: hoe ‘word’ je singer-songwriter en hoe ziet je leven er dan plotseling uit? Een kroniek van een beginnende professionele singer-songwriter die het in de grote muziekwereld wil gaan maken. Vandaag deel 3: over de meest gestelde vraag aan elke singer-songwriter.

Het is februari 2013. In het vorige deel van mijn blogreeks vertelde ik over mijn eerste schreden in het vak van singer-songwriter… en de bijbehorende haren-uit-je-hoofd-trek-momentjes als je dreigt een deadline niet te halen voor je opleiding. Opleiding? Ja, ik ben in februari alweer een dikke maand bezig met mijn opleiding songwriting aan Berklee College of Music. Ik besloot dat te gaan doen om beter te worden als singer-songwriter én om te voorkomen dat ik na mijn 40-urige werkweken als marketing manager in een zwart gaat zou vallen.

Het gaat goed (de beoordelingen van mijn docent zijn positief), maar de vele deadlines zijn behoorlijk zwaar en strak. Creativiteit is moeilijk af te dwingen, maar soms moet het. Op die manier kom ik week na week door, elk afgerond liedje afvinkend als een volbrachte klus en soms zelfs als een waardevolle aanvulling aan mijn liedjescollectie.

De hamvraag
“Maar hoe schrijf jij je liedjes eigenlijk?”. Het is misschien wel de meest gestelde vraag aan het gilde van songwriters. Hoe weinig origineel de vraag ook lijkt, het antwoord is vaak juist erg interessant. Niemand doet het immers op precies dezelfde manier, blijkt na gesprekken met collega-songwriters om me heen en interviews met beroemdheden als Billy Joel (ik refereer liever aan hem als “De Grootmeester”, maar dat terzijde). De één begint met een tekst en bouwt daar een melodie en akkoorden omheen, de ander doet het precies andersom. De één krijgt inspiratie onder de douche of bij de autowasstraat, de ander moet zichzelf achter een piano slepen en staart vervolgens uren naar een leeg blaadje. Sommige liedjes lijken als vanzelf te komen, andere lijken nog het meest op minutieus in elkaar gezette breiwerkjes.

Toen ik op mijn zeventiende mijn eerste liedje schreef, kwam het liedje in een paar stappen tot stand. Sindsdien heb ik vrijwel nooit meer een andere aanpak meer gehanteerd. Ik start met experimenteren op de piano: akkoorden vliegen in rap tempo voorbij, terwijl ik mezelf dwing om nieuwe keuzes te maken. Zo probeer ik te vermijden in oude patronen te vervallen, anders gaan liedjes teveel op elkaar lijken. Terwijl ik bezig ben met de akkoorden, begin ik een melodie eroverheen te bedenken. Dat klinkt meestal nog allesbehalve aangenaam, want het bestaat uit niet meer dan wat geneurie, jazzscat of nietsbetekenende woorden en zinnen. De fase waarin mijn buren hun ramen liever gesloten houden, zullen we maar zeggen.

Kill your darlings
Gelukkig (voor alle partijen) kent die fase ook een einde. Op dat moment staat er een grove schets van een melodie en akkoordenschema, waarna voor mij de grootste horde volgt. Hoe verwerk ik één van de thema’s waar ik “ooit nog eens een liedje over wilde schrijven” in een bepaald stuk? Dat is niet altijd makkelijk, want een vrolijk klinkend stuk leent zich nu eenmaal niet zo goed voor een deprimerende tekst over, bijvoorbeeld, de zin van het leven. Of de muziek of de tekst nu leidend is, elke aanpak heeft z’n voor- en nadelen.

Zodra ik de combinatie van tekstueel thema en muziek eenmaal heb gekozen, gaat het meestal als vanzelf. De zinnen vloeien uit je pen en binnen korte tijd staat er een compleet liedje. Dat wil overigens nog helemaal niet zeggen dat het nummer ook áf is. Het is niet voor niets dat vrijwel alle ervaren schrijvers – of ze nu proza, poëzie of liedteksten schrijven – er op hameren dat je je “darlings moet killen” en moet schaven aan je stukken tot je erbij neervalt. Daarom zet ik mijn liedjes altijd een paar dagen of weken in de koelkast (niet letterlijk natuurlijk), voordat ik aan het pijnlijke schaafproces begin. Soms voelt dat even alsof je je eigen creatie aan het verminken bent, maar het eindresultaat wordt er uiteindelijk altijd beter van.

Gat in de lucht
Na maanden van wekelijks liedjes schrijven, rond ik in april mijn opleiding aan Berklee af. Met spanning wacht ik op mijn eindcijfer: de individuele beoordelingen van mijn liedjes waren hoopgevend, maar die tellen maar voor een deel mee. Als het verlossende woord er is – ik heb een A gehaald, het hoogst haalbare cijfer in het Amerikaanse systeem – spring ik een gat in de lucht (dit keer wel letterlijk).

Tegelijkertijd weet ik dat ik ook realistisch moet blijven, want een cijfer zegt eigenlijk nog niets over je succes als singer-songwriter. Los nog even van het feit dat smaken van luisteraars verschillen, komt er nog veel meer kijken bij dit vak dan alleen de muziek zelf. Over netwerken in de muziekindustrie, visitekaartjes uitwisselen en héél veel lunchen gaat het volgende keer, in deel 4 van mijn blog. Die verschijnt eerst op 3voor12 en daarna op OliverAlexander.nl. Tot over twee weken!

Deze blog verscheen eerder op de website van 3voor12.

Datum →
9 aug
Tags →